In 1941 sprak de Amerikaanse president Franklin Roosevelt in een speech over vier vrijheden. Die vier vrijheden vormen volgens hem de basis voor een leven in vrijheid en veiligheid voor ieder mens:
Vrijheid van meningsuiting – Zeggen wat je denkt, zonder angst.
Vrijheid van godsdienst – Je geloof kiezen en beleven.
Vrij van armoede – Basisbehoeften zoals voedsel en zorg hebben.
Vrij van angst – Leven zonder dreiging of onderdrukking.
Opdracht: ga met elkaar in gesprek over vrijheid
Maar wat is vrijheid voor jou? Vrijheid kan voor iedereen iets anders betekenen. Denk eens na over wat vrijheid voor jou betekent en hoe dit kan verschillen met de mensen om je heen. Bespreek dan samen welke vrijheden je het belangrijkst vindt en waarom. Lees de onderstaande 8 vrijheden en rechten. Maak vervolgens een persoonlijke top drie. Wat staat voor jou op nummer 1, 2 en 3? En hoe zit dat bij anderen?
- Vrijheid van meningsuiting – Je gedachten en gevoelens kunnen delen zonder angst voor gevolgen.
- Zelfbeschikking – De vrijheid om je eigen keuzes te maken in werk, relaties en levensstijl.
- Bewegingsvrijheid – Vrij kunnen reizen en gaan waar je wilt, zonder beperkingen.
- Zelf bepalen hoe je eruitziet – Kleding en uiterlijk kiezen zonder oordeel of restricties.
- Privacy in de digitale wereld – Online actief zijn zonder constante controle of toezicht.
- Toegang tot informatie – De mogelijkheid om te lezen en leren wat je wilt, zonder censuur.
- Veiligheid in de samenleving – Je thuis, op straat en op het werk veilig voelen.
- Gezondheid en welzijn – Toegang hebben tot goede gezondheidszorg.
Bespreek daarna jullie keuzes met elkaar.
Gebruik hierbij vragen als: Waarom vind je dat? Wie bepaalt dat? Zou het ook anders kunnen zijn? Is dat altijd zo? Kun je een voorbeeld geven? Bestaat daar een wet of regel voor?
Vrijheid is een groot goed, maar niet altijd vanzelfsprekend. Door hierover in gesprek te gaan, ontdekken we wat voor ons echt belangrijk is en hoe we vrijheid voor onszelf en anderen kunnen beschermen.