In het dagboek van mevrouw Beltman-Eekhuis, destijds 17 jaar, patiënt in het ‘Geertruiden’ lezen we:
“Dinsdag 10 april is er in de vroege morgen overdonderend, nee oorverdovend afweergeschut! Een dikke mist ligt over de stad die echter spoedig optrekt. Het wordt een stralende voorjaarsdag. Er zijn heel weinig mensen op straat. Jachtvliegtuigen ronken door de lucht. Het eerste nieuws is dat de Canadezen in Schalkhaar zijn! Stijf van de spanning!
Even over negen uur ’s morgens een dreunende slag, de muren trillen. Wat al lang verwacht werd is gekomen. De trotse IJsselbrug is opgeblazen! Van alle kanten komt de bevestiging dat Schalkhaar is bevrijd en Canadese troepen in park Brabant zijn ingekwartierd. Ze komen nader, het gedonder is niet van de lucht en het geflak en pok-pok, hoe gevaarlijk ook, klinkt ons als muziek in de oren.
Omstreeks half elf komt het bericht dat in een paar straten van het ziekenhuis en bij de tankval bij Brinkgreven hevig wordt gevochten. Het is vreselijk te horen hoe het geschut erop los knalt en de raketten exploderen. Het mitrailleurvuur is op zijn hevigst. Om 12 uur komt het bericht door dat de Canadezen gezien zijn bij Hunink en Stegeman. Deventer is bevrijd!!!”
