In zijn ooggetuigeverslag schrijft C.B. Struppert:
“Het is half elf in de ochtend van de twaalfde april. Nu zijn ze aan de overkant al twee dagen bevrijd en wij zitten nog steeds in de ellende. Maar het weten dat de bevrijders in Wilp zijn, geeft ons kracht om niet te wanhopen. De optimisten houden vol: ze komen, ze komen beslist vandaag. Er ligt nu continu vuur over de Hoven….
Dan ineens een geweerschot, vlakbij, Wat ratelt daar? Er komt iets aan. Een auto? … Een tank? … Het geratel wordt sterker. Daar, hoor, hoor, gejuich, ze komen, ze komen! We drukken onze hoofden tegen de kelderroosters, we kunnen slechts een klein gedeelte van de straat zien. Onze harten bonzen. Het geratel is nu vlakbij.
Dan: “Daar zijn ze!!! Vanuit de kelder zien we een grote groengrijze tank voorbijrollen, gevolgd door soldaten in khaki-achtige uniformen, die scherp afsteken tegen de zonovergoten, frisgroene dijk. Wat een onvergetelijk beeld! We schreeuwen onze blijdschap uit, maar het klinkt schor door de emotie. Wat er op dat moment in je omgaat, is niet in woorden uit te drukken; het is onbeschrijflijk!” 1
- Bron: Onrust over de Worp, Belevenissen van de bewoners van de linker-IJsseloever gedurende de jaren 1940-1945 door C.B. Struppert (bewerkt door Beeldbank Gilde Deventer) ↩︎
